Controle toevoegen, dialoogvenster

In dit dialoogvenster kunt u een controle-expressie invoeren. Deze expressie kan een variabele, een eigenschap, een functieoproep of een andere geldige Basic-expressie zijn. Telkens wanneer de onderbrekingsmodus wordt geactiveerd, alsmede na uitvoering van een instructie in het venster Direct, worden de controle-expressies bijgewerkt in het venster Controle.

U kunt geselecteerde expressies van het venster Programmacode naar het venster Controle slepen.

Let op Maak bij het selecteren van een context voor een controle-expressie gebruik van een zo klein mogelijk bereik. Als u alle procedures of alle modules selecteert, wordt de uitvoering aanzienlijk vertraagd omdat de expressie na uitvoering van elke instructie opnieuw wordt geδvalueerd. De selectie van een bepaalde procedure voor een context be∩nvloedt de uitvoering alleen zo lang de procedure in de lijst van actieve procedureoproepen staat. Deze lijst kunt u weergeven met de opdracht Opgeroepen stack in het menu Beeld.

Opties in het dialoogvenster

Expressie

Toont standaard de geselecteerde expressie. Deze expressie kan een variabele, een eigenschap, een functieoproep of een andere geldige expressie zijn. U kunt desgewenst een andere expressie voor evaluatie invoeren.

Context

Bepaalt het bereik van de variabelen die door de expressie worden gecontroleerd.

• Procedure ù Toont de naam van de procedure waarin zich de geselecteerde term bevindt (standaard). Definieert de procedure(s) waarin de expressie wordt geδvalueerd. U kunt selecteren of de variabele in alle procedures of alleen in een bepaalde procedure moet worden geδvalueerd.
  
  
• Module ù Toont de naam van de module waarin zich de geselecteerde term bevindt (standaard). U kunt selecteren of de variabele in alle modules of alleen in een bepaalde module moet worden geδvalueerd.
  
  
• Project ù Toont de naam van het huidige project. Expressies kunnen niet in een context buiten het huidige project worden geδvalueerd.

Controletype

Bepaalt hoe Visual Basic op de controle-expressie reageert.

• Controle-expressie ù Geeft de controle-expressie en de bijbehorende waarde weer in het venster Controle. Wanneer u de onderbrekingsmodus activeert, wordt de waarde van de controle-expressie automatisch bijgewerkt.
  
  
• Onderbreken indien waarde Waar is ù De uitvoering schakelt automatisch over op de onderbrekingsmodus wanneer de expressie waar blijkt te zijn of resulteert in een niet-nulwaarde (niet geldig voor tekenreeksexpressies).
  
  
• Onderbreken indien waarde is gewijzigd ù De uitvoering schakelt automatisch over op de onderbrekingsmodus wanneer de waarde van de expressie binnen de opgegeven context verandert.